Zuidland, 12 Juni ‘40

Zeer geachte Mevrouw

Door deze kom ik U nog eens even hartelijk danken voor de gastvrijheid, die ik bij U heb genoten, toen ik met Uw zoon in Rijswijk in dienst was. Het was altijd prettig,  om na de dienst een poosje in het burgerleven te zijn en de avond gezellig bij U te mogen doorbrengen. Is Uw zoon Zaterdag 1 Juni met groot verlof gegaan? Of heeft het nog langer geduurd? Hij is nu zeker weer druk aan de studie ? Heeft U in Rijswijk nog last van Engelsche aanvallen op IJppenburg? De verwoesting in Rotterdam is kolossaal. Er wordt echter hard gewerkt. Maandag jl. ben ik weer door Rotterdam gekomen en toen vond ik dat de opruiming al een heel eind gevorderd was vergeleken bij Vrijdag 31 Mei toen ik met groot verlof naar huis ging. Sommige gebouwen worden al weer gerestaureerd o.a. hotel Atlanta op de Coolsingel. Bij Gerzon kan men weer inkoopen doen  en ook in het porte postkantoor, naar ik meen, weer in gebruik.
Met beleefde groeten aan U en Uw huisgenoten, in ’t bijzonder aan mijn collega-soldaat-student.

                                                       hoogachtend