A.J. de Boef Amsterdam 29 April 1943
Valeriusstraat 253
Gedachte Mevrouw Hooftman
Beste Pé,
Mogen Lies en ik langs dezen weg onze hartelijke dank betuigen voor de fraaie cadeaus, die we bij ons huwelijk van U mochten ontvangen. We waren blij verrast, toen ze de dag na ons trouwen door een van mijn familieleden werden gebracht. De ets prijkt in de huiskamer, terwijl het presenteerblad reeds menige goede dienst heeft vervuld, en naar ik hoop nog lang zal mogen blijven vervullen. Het spijt ons zeer dat wij niet eerder gelegenheid hebben kunnen vinden U te bedanken, maar Lies heeft, daar ze voorlopig op kantoor blijft weinig vrije tijd en ik zelf ben veel op reis en de dagen dat ik z.g. thuis ben, ga ik reeds voor zevenen op pad, om pas na zevenen ´s avonds thuis te komen. U zult het ons hoop ik niet euvel duiden , dat we door deze omstandigheden niet eerder tot schrijven kwamen.
We vonden het ook buitengewoon aardig U in de kerk te mogen treffen. Jammer dat we U ook daar al zoo lang hebben moeten laten wachten. Maar naar ik van velen heb gehoord, en ook naar onze eigen meening, werd het wachten wel beloond, door de fijne wijze waarop Ds Kleyn de dienst heeft geleid. En dan zitten we op het moment al weer druk in de zorgen van het dagelijkse leven. We zullen er nogmaals voor moeten boeten dat we de euvele moed hebben durven vinden een overmachtigen indringer tegen te houden. Details zijn weliswaar nog niet bekend, maar ik bereid me maar voor op een spoedig vertrek. Laat ons hopen dat het voor niet te langen tijd zal zijn en dat we daarna mogen terugkeeren in een Vrij Nederland.
Mevr. Hooftman en Pé, om deze redenen zal ik U dan ook voorlopig naar ik vrees niet kunnen uitnodigen onze woning met een bezoek te sturen. Laat ons hopen dat dit spoedig mogelijk is. Ontvangt U nogmaals onze hartelijke dank en de hartelijke groeten van
Lies en Aart