Rijswijk 28 sept. 1938
Beste Pé
Ik zal nog maar eens schrijven. Onze gedachten zijn steeds bij je. Wat maken we een vervelende tijd mee. ’t Ziet er maar donker in de wereld uit. Ieder hoopt nog, dat alles wat door Engeland, Amerika en de andere staten geprobeert wordt om de vrede te behouden nog bekroond zal worden. Je zult zeker Zaterdag niet thuiskomen. Ik heb er al over gedacht om maar eens naar Breda te komen, tenminste als reizen mogelijk is. Er zijn weer heele troepen voor de grens opgeroepen, zelfs vannacht zijn er menschen gewaarschuwd. Blijf jij in Breda. Zou je geen overplaatsing naar hier kunnen krijgen of wil je dat liever niet. Ik heb al gedacht. Als je nog niet eens informeeren kan hoe het staat als je voor je longontsteking nog afgekeurd wordt. Toen jij gekeurd werd wist je niet, dat je zoo iets op moest geven. En ze hebben toch hun reden om daarom af te keuren. Bij jou is er nog nooit notitie van genomen terwijl jij destijds toch zoo heel erg ziek bent geweest en niet weet wat voor sporen dat heeft achter gelaten. Dat is toch mogelijk daar sprak ik ook nog met Wim Hoogeboom over. ze kunnen dat met een foto zien. Maar dag avond was Wim hier en Diehl, om naar de rede van Hitler te luisteren. Je werd er koud van zooals die tekeer ging. Ik heb Poortvliet Maandagmiddag nog opgebeld. Hij kon niets van Peter zeggen. Hij raadde net als jij om naar Delft te gaan en precies de toestand te vertellen. Als Rijks Hooge School, zouden ze hem zeker ter wille zijn zei hij. Ik mocht hem gerust opbellen. Als ik iets te vragen had. Ik zei nog dat ik bang was, dat hij het op ’t oogenblik te druk had maar dat was niets geen bezwaar. Hij heeft het een paar keer herhaald. Ik dat soms nog in verband met jou. Als jij nog veranderen wil, je moet dat geheel doen volgens eigen inzicht en ik kan hem iets voor je vragen. Schrijf het dan gerust. Ik weet me nog wel te herinneren, uit de vorige Mobilisatie dat de officieren het langste moesten blijven. De lagere rangen keerden gouwer naar huis. Maar als ook daarin verandering is gekomen weet ik niet en weet jij zelf beter wat te doen. Oom Jan schreef dat hij ook al verlegen zat, de drukker en Rein waren ook op herhaling net als jij en hij heeft te weinig hulp om die menschen lang te kunnen missen. Peter gaat Donderdag naar Hengelo en wordt Zondag aangenomen. Tante Cor schreef dat ze er ook heen ging. Ze zou bij ….logeeren. ik zeg maar als we kunnen reizen. Ik dank je nog wel voor je schrijven. Ik mis je dadelijk want ik had Henk ook naar de telefoon gevraagd, maar die zei ik weet het niet en vond jou oplossing nu ook heel goed. Gelukkig dat de dienst en de jongens stuk voor stuk wat meevallen en dat je je zoo goed kan schikken. Wees niet te zuinig voor je zelf. Als ik je geld moet sturen schrijf het dan maar. En hoe moet het met je schoone goed en vuil goed. Je zult dat noodig hebben als je niet thuis komt. Veel nieuws is er verder niet. Dieke moet nu spoedig opkomen en gaat naar ik geloof Oldenbroek. Peter heeft wel een kaart ontvangen dat hij voor sept 1939 is ingedeeld in Gorkum bij de gar wielrijders. Oom Jan schreef ook als ’t zoo’n rare tijd wordt weet je niet als ’t geld van Peter niet zooveel achter uit loopt dat hij niet genoeg houdt om te studeeren. Als we nog maar buiten oorlog blijven. Ik vind deze maand dat je weg bent veel erger, dan toen je in Parijs zat. wie had zoo iets kunnen denken. Minister Colijn zal vanavond spreken als het maar niet al te naar is. Schuringa is ook al bang sat z’n broer moet opkomen. ’T Is maar vervelend dat we in Breda ook niets geen familie of kennissen hebben waar je eens mee kunt praten.