12 Febr. ‘42
       Lieve Moeders,
Op de laatste morgen van m’n leven hier op aarde schrijf ik U m’n laatste brief. Moeder ik hoop U spoedig weer te zien maar dan niet in deze wereld vol ellende maar bij God onze Vader, waar het eeuwig vrede is.
      Ik hoop dat Vader voor U gespaard mag blijven en Marie Catrien en Bob en Ger en allemaal die U lief en dierbaar zijn.
      Moeder om 9 uur ga ik naar m’n Hemelse Vader waar geen ….. is maar eeuwige vreugde.
      Groet alle bekenden van me maar in bijzonder Bob, Marie Catrien en de familie. Doe ook Gré de hartelijke groeten en zeg haar dat ik ze nog eenmaal hoop te ontmoeten in het Hemelse Jeruzalem.
Moeder rouw niet om mij, want ik ga naar m’n Vader.
      Groet Opa en Opoe van me, die zal ik wellicht spoedig weer zien.
      Het is voor ons een grote Troost dat wij weten dat Christus voor ons  gestorven is, en dat er de opstanding is in Jezus Christus onze Heer. Gezang 26, daarmede kom ik voor God. Moeder ik hoop te sterven met deze verzen op m’n lippen.
     Moeder ik sterf voor m’n God en voor m’n Vaderland gelijk Wim.
 Nogmaals groet alle jongens van me en wanneer Vader komt groet ook hem van me.

Ik krijg op het moment
Alle brieven die geweigerd
waren                                                                  Uw liefhebbende zoon
                                                                                               Jan