Verslag van Pim van Renssen
nagezonden verslag
Mijn uitzending naar Denemarken in Augustus 1945
Eigenlijk begint mijn verhaal in de Hongerwinter 1944. Ik was een knulletje van 9 jaar en woonde in Delft, er was in die periode nauwelijks voedsel, brandstof voor de kachel, kortom het was een periode van karigheid. We aten bloembollen en suikerbieten als aanvulling op de weinige levensmiddelen die op rantsoen waren. Er waren gaarkeukens, waar de mensen in de rij stonden om wat voedsel te bemachtigen en tot overmaat van ramp kreeg ik ook nog een maagzweer en mocht ik geen voedsel uit de gaarkeuken maar kreeg speciaal voedsel via het IKB (Inter Kerkelijk Bureau) waarvoor, meestal mijn moeder, elke dag de stad in moest op haar afgesleten, met houten zooltjes gerepareerde schoenen.
Het was een heel zware tijd voor heel veel Nederlanders en er zijn er dan ook velen in die periode aan ondervoeding overleden. Na bevrijding in Mei 1945 kwam alles weer in een wat normaler vaarwater, maar mijn gezondheid liet nog steeds te wensen over, ik bleef maar een mager ventje en herstelde maar langzaam van mijn maagproblemen. Mijn ouders hadden vernomen dat er via het Rode Kruis kinderen werden uitgezonden naar diverse landen om daar aan te sterken (de bleekneusjes). Zij hebben een aanvraag ingediend en na een grondige keuring kregen zijn de mededeling dat uitzending voor mij dringend was. Daar begint mijn verhaal over mijn reis en verblijf in Denemarken. Op 11 augustus 1945 was het zover, met bussen werden wij, kinderen van 8 tot 14 jaar verzameld en naar Groningen gebracht. Het was uiteraard een heel ingrijpende bedoening waarvan alleen flarden zijn blijven hangen.
Vanuit Groningen zijn wij in Deens koelwagens, uiteraard zonder koeling, met matrassen op de vloer, met de deuren half geopend, door Duitsland , via Hamburg, waarvan ik me goed de platgebombardeerde straten kan herinneren, naar Denemarken gebracht, waar wij eerst een paar dagen in een voormalig Duits Strafkamp te Froslev verbleven, daar werd je grondig onder de douche geschrobd en ontluisd. Na enkele dagen gingen we met de trein verder naar de uiteindelijk eindbestemming, voor mij in dit geval Herning. Daar aangekomen gingen wij naar een hotel aan de overzijde van het station en daar vond in een grote zaal de eerste ontmoeting met de pleegouders plaats.
Toen iedereen elkaar gevonden had en de zaal langzaam leegliep stond ik daar als enige rond te kijken met mijn kale kop, mijn haren afgeschoren omdat er teveel luizen op zaten. Achteraf bleek dat mijn eigenlijke pleegmoeder, een oudere dame er toch maar van af had gezien om een kind in huis te nemen, ze zal daar wel een goede rede voor gehad hebben. Toen kwam er een echtpaar die als toeschouwer aanwezig waren naar voren en zeiden dat zij mij wel in huis wilden nemen, Het bleek een Tricotagefabrikantenechtpaar te zijn die mij zo aandoenlijk vonden dat zij mij niet konden laten staan en bleken, het liefste 2de ouderpaar te zijn dat je je maar kunt wensen. Zij namen mij mee naar hun huis, probeerden mij direct vol te proppen, haalden een grote taart en ik moest eten, want ik zag er zo schriel uit. Natuurlijk viel dat niet goed, want dat was teveel van het goede en zoiets had ik lang niet gezien. Mijn pleegmoeder heeft ook heel lang allerlei licht verteerbare, voeding rijke dingen verzonnen om mij uiteindelijk weer een rond koppie te bezorgen wat uiteindelijk wel snel gelukt is. Een lievere “moeder”kon ik niet wensen.
Na een paar weken vonden zij het nodig om mij naar school te sturen waarvoor ik hen nog dankbaar ben, daardoor sprak en schreef ik heel snel Deens.In die eerste periode ben ik 7 maanden gebleven en hebben zij ook mijn zusje over laten komen die de laatste maanden is gebleven. Wij zijn samen terug gereisd naar Nederland.
Al snel kregen mijn ouders een adoptie verzoek, waarvan ik pas later het bestaan wist, na het overlijden van mijn ouders, mijn vader, als laatste vond ik een brief tussen zijn bescheiden met dat verzoek. Ik begrijp wel dat het voor mijn ouders een probleem moet zijn geweest en zij er niet over hebben willen praten. Wel hebben zij een regeling getroffen, zodat ik jaarlijks een verlengde schoolvakantie van 4 maanden in Herning was.
Dit heeft tot 1952 geduurd , wel ben ik ook daarna jaarlijks op vakantie geweest en 2 jaar na mijn huwelijk in 1960 naar Denemarken verhuisd om te werken in de Textielfabiek van mijn pleegouders als bedrijfsleider en vertegenwoordiger, door opkomst van goedkopere textiellanden ging het bedrijf achteruit en mede door de scheiding van mijn pleegouders dat diverse problemen met zich meebracht hield het bedrijf op te bestaan waardoor ik terug ging naar Nederland, maar wel hebben wij tot op heden nog vele kontakten met nazaten.
De oudere generatie is inmiddels overleden.
Pim van Renssen, Maassluis
nagezonden verslag
details
- Inventarisnummer
- 11111
- Eigen nummer
- 3293
- Afmeting
- A4
- Trefwoorden
- bleekneusjes Denemarken Rode Kruis
- Namen
- Pim van Renssen
- Plaatsen
- Maassluis
- Materialen
- papier
- Thema's
- Dagelijks leven Wederopbouw