Razzia
Bij een grote razzia half november in de vroege morgen in Schiedam de Gorzen, het was nog donker, de straat was ineens vol van schreeuwende Duitsers, en het geluid van laarzen en geweerkolven tegen de deuren. Uit de zolderraam kijkend zag ik net nog dat de vrouw van de melkboer, recht tegenover ons, die haar man krampachtig vast hield, met de kolf van een geweer naar binnen geslagen werd. Gelukkig heeft ook deze man de oorlog overleefd. Ook mijn vader werd op dezelfde wijze uit huis gehaald, ik mocht niet naar beneden, zodat ik hem niet eens heb zien wegvoeren. 7 jaar was ik toen, maar je vergeet dat niet meer. De tijd die toen voor mij en mijn zuster en moeder volgde laat zich met geen pen beschrijven. Mijn vader die tot dan toe voor wat brandstof voor het noodkacheltje zorgde, en zelfs fietstochten ondernam naar familie in Heerjansdam voor wat eten. Ik mocht dan wel eens mee, op mijn kleine fietsje met massieve banden, doodsbang was ik op de roltrappen van de Maastunnel. Het fietsje was plotseling weg en waren wij aangewezen op voedsel van de gaarkeuken. De soep die ons verstrekt werd, stonk zo erg dat ik er ondanks mijn honger geen hap van naar binnenkreeg. Later werd bekend dat de liefdadige medewerkers het beste voor zichzelf hielden.
Na de bevrijding door de Canadezen, ik was met mijn zuster bij mijn grootouders ondergebracht, omdat mijn moeder in het ziekenhuis lag. Mijn vader kwam sterk vermagerd en bijna onherkenbaar terug uit Brabant, hij had daar in Boxtel al maanden gewacht voordat wij bevrijd werden. Mijn grootvader was al reeds overleden, en mijn vader kon in het ziekenhuis nog net mijn moeder gedag zeggen voordat zij op 37-jarige leeftijd overleed.
Wat mijn vader bij zich had toen hij terug kwam was het slijp apparaatje. Van wat ik ervan begrepen heb was het bij een elkaar kruisend mensen transport dat deze ruil plaats heeft gevonden, waarbij hoogstwaarschijnlijk mijn vader de enige was die levend thuis is gekomen. Mijn vader was Kornelis Polderdijk. Geb. 4-11-1905 schipper van beroep. Wij woonden destijds in de Beierlandse straat 34 te Schiedam. Van de joodse man is mij helaas niets bekend.
K. Polderdijk.
De vader van de verteller werd opgepakt bij de Razzia. Onderweg bij het passeren van een ander mensentransport heeft hij rookwaar geruild tegen het scheermessenslijpertje. Hij heeft alle ontberingen overleefd en keerde terug, na maanden in Boxtel te hebben gewacht op de bevrijding van het Westen.