Judocus (Dook) Janssen is geboren in 1903 in Rotterdam en werkt als metaaldraaier bij Wilton-Fijenoord. Dook voetbalt graag en Feyenoord wordt zijn club. Hij sluit zich al bij het begin van de bezetting aan bij de eerste verzetsgroep in Nederland, ‘De Geuzen’. Deze groep wordt nog geen jaar na haar ontstaan door verraad opgerold. In januari 1941 wordt Dook gearresteerd en overgebracht naar het ‘Oranjehotel’, de strafgevangenis te Scheveningen. Hij ziet nog kans een briefje uit de gevangenis te smokkelen, bij gebrek aan een potlood krast hij met een scherpe naald het bericht. Dit briefje lijkt een latere kopie van dat bericht.
In april wordt hij op transport gezet naar het concentratiekamp Buchenwald. Uit die periode is een briefwisseling tussen Dook en zijn vrouw Carla.

Dook overleeft het kamp en komt eind mei 1945 terug naar Rotterdam. Van de voetbalvereniging Feyenoord krijgt hij een mooie welkomstbrief. Dook houdt aan de oorlog een slechte gezondheid over. Eind 1957 overlijdt hij plotseling.