Rotterdam 24 April 1940
Mijn lieve jongen,
Ik heb je brief vanmorgen ontvangen. Achteraf beschouwd heb ik vergeten je te feliciteren met je broer zijn verjaardag, dat gebeurt dan met deze en vergeef me de lompheid.
Ik ben gisteravond bij Gerrit geweest, ’t hele stel was compleet. Nou Arietje en dronken ben ik niet geweest hoor, alhoewel er wel echte (geen namaak) borrels waren. Gesnapt. Nou je snapt dat er daar nergens over gesproken is, aangezien er familie van haar natuurlijk ook was.
Ze hadden (tenminste je Moeder) uit jouw brief gelezen dat je ook Zondag j.l. niet weg mocht en gedacht dat ik voor niks naar Leiden geweest was. Gelukkig niet hè lieverd, dat zou zijn om de p… in te krijgen. Integendeel ’t was heerlijk om weer bij je te zijn. Wat duurt dat verlof he jongen voordat het weer komt. Er moet in één of andere krant gestaan hebben “er wordt nog niet aan gedacht” Houd er de moet maar in! Lollig Aai.
Inderdaad valt het me mee van Van Berkel. Maar ja van dat geld kan je toch moeilijk toekomen. Dat moet natuurlijk aan de administratie van de kostwinnersvergoeding opgegeven worden, dat wordt afgetrokken. Over herrie of ongenoegen kan je nog niet oordeelen, dat moet je afwachten. In ieder geval weer je wat ik gezegd heb. Wees sterk ter wille van jezelf en mij Arie.
Ik zou weleens precies willen weten, wat ik gezegd heb dat zoo’n indruk op je gemaakt heeft dat het je meer tot nadenken gebracht heeft dan anders Arie. Probeer dat eens te schrijven, misschien gaat dat nog makkelijker dan zeggen en maak je er niet af met een “dat kan ik niet”. Je kan je best uitdrukken als je maar wilt lieverd.
Of je Vader morgen nog in Leiden komt, dat weet ik niet. Ik heb ook hooren zeggen voor de zoomaar, ik meen dat ik je Moeder het hooren zeggen dat ze nog zou schrijven, dat zal je dus wel zien.
Wat een fijn weer de laatste dagen hè Aai. ’t Zal waarschijnlijk a.s. Zondag de Bollenzondag worden volgens de krant. En Aai dan kom ik naar Leiden om vandaar uit de omtrek te verkennen. Nou wilde Mol zoo graag meegaan, ik denk dat je daar voor een keer wel geen bezwaar tegen zal hebben is ’t wel Aai. Dan moet je maar schrijven of je nog wat noodig hebt dan kom ik weer ineens naar de Plantage voor ’t gemak. Als je ….kant zijn, komen wij desnoods nog 1 trein vroeger dan Zondag j.l. dat zou zijn 6 min. over half 1 van D.P. dat is tegen half 2 aan de Plantage. Anders de trein van 6 min. over 1 van D.P. indien je niet klaar bent. Dus Aai schrijf dit even. En dan nog iets, de onkosten zijn in geen geval voor jou don’t forget Arietje. Mocht er één of andere reden zijn dat je geen bezoek kunt ontvangen, hoor ik dat wel en als er verlof is dan vervalt de zaak vanzelfsprekend, maar het ziet er nog niet naar.
Mijn verkoudheid komt nu doorzetten, eigenlijk was ik gisteren te beroerd om te kijken, maar ben toch maar naar G. gegaan. Maar lekker ben ik nog niet, maar dat komt wel weer, Aai.
Ik meende eerst vanavond naar Math.dijk te gaan maar ik zal maar vroeg onder de wol te gaan, dat lijkt me beter. Alles doet zoo’n beetje pijn weet je wel Aai, maar enfin ’t zal wel weer overgaan. Mijn eigen lieve jongen, ik kom aan het einde van mijn verhaal de groeten van allemaal en het beste. Leer maar lekker je krijgstucht Arietje en niet de zenuwen krijgen. Wat een lang epistel, maar ’t wordt nou werkelijk het einde. Doe jij nou je best lieverd. Dag hoor. De groeten en veel liefs van
Jouw wijffie die veel van je houdt
Ik was gisteravond al voor elven thuis vroeg hè?
Briefwisseling tussen Greetje en haar vriend Arie, een gemobiliseerde soldaat gelegerd in Leiden. Greetje schrijft wat algemene, dagelijkse dingen o.a. over het weer en dat zij verkouden is. Zij wil hem weer opzoeken en vraagt hem of het goed is dat zij iemand meeneemt.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.