Rotterdam 8 Febr. 40

Mijn lieve jongen,

Je brief ontvangen. Ik merk dat je het nog steeds erg druk hebt. Je zal wel blij zijn dat je haast met verlof komt, dan krijg je den tijd om even op adem te komen  Arietje. Ik ben gisteravond op den M.dijk geweest Gerrit van Riet was er ook. De radio van Tante Anna is door je Vader en Moeder overgenomen, maar misschien weet je dat al, beter dan ik. Je snapt me wel Aai. Hij speelt wel goed. Mijn loopstok die ik bezeerd had, is weer aardig beter. ’t Is nu tenminste weer een schoone straat gelukkig, dus geen duikelingen meer. Je vader heeft een zeere voet die heeft te veel aan zijn teenen zitten opereeren, maar het betert nu weer.
Mijn eigen lieverd, ik geloof dat mijn nieuws al op raakt en bovendien ik zal dit maar kort maken, want anders heb ik van de week niks meer te vertellen en dat zou een ramp zijn.
Ik weet wel dat droomen bedrog is, maar wat kan je er aan doen als je het droomt. Ik geloof wel en hoop het ook dat je me niet vergeet Aai dat is wederkeerig geloof ik, want je weet het Griet houdt nog steeds van je. Ik hoop van jou hetzelfde lieveling. Ik ga eindigen de groeten van allemaal.
                                                   de groeten en heel veel liefs van
                                                             jouw wijffie    tot kijk

Zaterdag hoe laat?