Rotterdam 20 Febr. ‘40
Mijn eigen lieverd,
Je brief vanmorgen ontvangen. ’t Is maar goed dat je het niet laten kunt om me te schrijven Aai, want ik rekende op een brief vanmorgen en dat klopte precies.
Wat jij mondeling toe had willen lichten, zal ik je bij gelegenheid wel helpen onthouden. In ’t vergeetboek… Je zegt je hoofd staat er niet naar. Hier is een goede raad als gewoonlijk voor je bestwil. Maak je niet zenuwachtig en pieker niet te veel. Vroeg in je wolletje en slapen en niet alsmaar prakkizeeren lieveling. De tijd kan je toch niet vooruit loopen komt tijd, komt raad. Je zag er Zondag nogal pips uit, denk er om niet ziek worden en als het je zoo slecht bekomt niet te veel over Griet denken en droomen. Ik heb het niet graag op mijn geweten, dat je er zoo bleekjes uitziet zoo vermoeid. Je weet het jongen, ik verlang naar jou ook altijd. ’t Is nu eenmaal zoo en er valt niks aan te veranderen. Je moet er overheen en dat valt de eene keer zwaarder dan de andere, maar kop op lieverd. Het schiet weer op naar je verlof, goed uitgerekend 4 dagen. Fijn Arietje.
Er is hier ook weer sneeuw gevallen, maar het dooit gelukkig weer. Ik brei me wild, maar ik kan er toch moeilijk een nachtje opgooien. Ik denk dat dat je bedoeling ook wel niet zal zijn. Maar iedere tour die ik brei, schiet ik op jongen. Ik kom aan het einde, want nieuws heb ik niet en verkouden ben ik nog steeds en dat weet je al. De groeten van allemaal en in ’t bijzonder de groeten en
veel liefs van
jouw wijffie
Hoe is het met je pijnlijke schouder?
Tot kijk lieverd!
Briefwisseling tussen Greetje en Arie, een gemobiliseerde soldaat.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.