Möncherberg 13 Aug. 1943
Riet
Ik heb zojuist gisteravond je brief ontvangen en heb maar weer eens gauw de pen opgenomen om je wat terug te schrijven.
Ik zelf maakt het naar alle omstandigheden goed, al loopt ik met een dik been net onder me enkel.
Maar dat moet hem niet hinderen, ik heb er wel wat pijn aan, maar moet toch werken. Je wordt nog bedankt voor je mooie brief en hoop dat je weer eens van je laat horen. Arie Rehorst zit ook hier zoals je me al schreef, het is wel toevallig dat wij als enige Waddinxveners hier zitten op de Möncherberg. Wij werken niet bijelkaar, dat we zien elkaar alleen ’s avonds maar. Het is nog steeds tobben hier bij ons, al wend het wel van lieverlee. Je zult misschien wel gehoord hebben dat Kassel gebombardeerd is maar dat is wel losgelopen wij hebben er weinig hinder van gehad.
Het is hier op ogenblik geen mooi weer.
Het eten bij ons is nog steeds niet veel beter. En het werk val ook niet mee op de fabriek de hele dag achter een zelfde machine en zo lawaai van al dat gehamer en de machines. De eerste dagen viel hetgans niet mee, maar nu zijn we er al aan gewend hopen en wachten leeren ze ons wel tot vervelendstoe, ’s avonds is het 7 uur eer je zo thuis ben en dan nog eten halen van de keuken dat is een goed half uur lopen voor je weer terug ben. En dan wasschen we ons eigen eerst goed, want dat is dan ook nodig je zou ons geeneens kennen zo zwart.
En zo hebben we ons werk ook ’s avonds want we schrijven eens een brief en wasschen ons kleren of een kous stoppen en zo tobben we maar voort. Het is zeker wel erg stil in Holland nu zoveel jongens weg zijn. Want van onze leeftijd zullen er niet veel meer rondlopen vermoedt ik. Er zijn hier veel zieken en gewonden dat is geen wonder ook, zo is het gloeiend heet en (zo) de andere dag loop je met je jas aan. Je schreef ook dat je afgemaakt had om dat ik zo groen was maar meen je dat werkelijk. Ik voor mij weet wel beter wat er aan me keerde maar daar schrijf ik maar niet over.
Nu ik wensch je veel geluk met je verkeering met Arie Rehorst.
Ik ben er in ’t geheel niet boos om geweest hoor toen je mij op die beruchte Zaterdag avond zo beduvelde als was het niet leuk van je. Want toen ik die avond op Zevenhuizen kwam liet je eigen niet zien voor het goed donker was.
En had toen en ander aan de arm voor je mij de vellen gaf herindert je dat noch.
En ga ik ein digen want blad is vol en je het beste gewenscht ook van Jos de groete.
De Hartelijke groeten
Van je vriend Jan Sonneveld
Brief op twee kantjes in envelop. Wat over het vuile werk in Duitsland en hoe ze uit elkaar gingen.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.