Rotterdam 4 Dec. ‘30
Mijn lieve jongen,
Je brief vanmorgen ontvangen we hadden ons weer verslapen. Je vraagt hoe het met de kiespijn afgeloopen is, nogal eenvoudig toen ik naar huis had ik er geen last meer van. Naderhand toen ik mijn koffer inschoot was het hetzelfde liedje weer. Gelukkig van de week verder geen last meer van gehad. Ik zal het eerst afkloppen , is gebeurd.
Ik zal wijzer zijn dan om het heele 22ste kaarten te sturen, het waren juist zulke gekke dingen, idee kwam trouwens of my little sister. Ik heb maling aan het heele 22ste (2de keer) uitgezonderd één heel klein korporaaltje my boy. Je moet tegen R. zeggen dat hij zijn mond met waterstof superoxyde om moet spoelen, zuivert zeer goed. Heb deze jongeman al in de gaten.
Zooals gewoonlijk weet ik nu nog niet of ik je Zat. a.s. kom halen. Heb van de week Maartje gesproken, die vertelde me dat ze vandaag (Donderd.) over zouden gaan, of dit doorgaat dat I don’t know. I u tevreden over de inlichtingen, heerlijk geschreven hè, komt van de koude handen, kan je ze niet even komen warmen.
Mol die z.g. ziek is volgens haar eigen wou over mijn schouder meelezen, lauw kans.
’t Is geweldig koud, vriest wat zeg je daarvan. ’t Is zeker geweldig glad op de hei.
Ik ben St. Nicolaas tegen gekomen. Gelijk met deze brief gaat z’n pakje foetsie. Ik hoop dat je het niet te laat ontvangt en dat het naar genoegen is mijn lieve boy.
Voor de rest weet ik geen draad meer. Groeten van Mol
en hartelijke groente en veel liefs van
je Greetje
to look!
Ik mag lijden dat er niks breekt en dat je geen gebroken hart ontvangt!
Je bent wel geen erg handschoenenmensch, maar bij uniform hooren ze toch.
Briefwisseling tussen Greetje en Arie, een soldaat. Ze schrijft graag tussendoor in ' t Engels.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.