Honger in Rotterdam.
Hierbij een reactie op het boekje over "Honger in Rotterdam" door M. Koster. Het boekje vond ik op een rommelmarkt in Spijkenisse. Mijn gedachten gingen weer terug naar vroeger, naar de oorlog die ik als kind had meegemaakt. En wel hierom dat er zoveel vluchtelingen bij ons langs de deur kwamen en ook bij ons hebben ingewoond. Wij hadden het arm en woonden in een klein werkmanshuisje met een groentetuin erachter. Naast ons woonde een molenaar die het graan maalde tot meel. Mijn moeder kocht daar meel en bakte zelf brood op een petroleumstel, pannenkoeken en ook haardkoeken. Daar konden ze mensen ook wat aan geven die langs kwamen en bijna stierven van de honger. Er waren mensen bij die nauwelijks zolen meer onder hun schoenen hadden. Later, als je ouder wordt, ga je dat beseffen. Er waren mensen bij uit Rotterdam, Amsterdam enz. die de lange afstanden liepen, of op een oude fiets.
Van de mensen die bij ons ingewoond hebben weet ik de namen nog, want die staan allemaal in mijn poëziealbum. Dat is de familie Broekhuizen, met zoon en dochter Bertus en Thea uit Den Helder. Verder de familie Zijlstra met zoon en dochter Frederik en Hiltje. Dan de familie Brakenhof. Heel kort. Tiny Eelman en nog 3 onderduikers. Daar was Bertus Broekhuizen er één van. Lou Timmermans en nog één uit Wijk bij Duurstede. Wij woonden in Anna-Paulowna. Dat ligt tussen Den Helder en Schagen in. Er zijn uiteraard genoeg oorlogsverhalen. Maar ik wilde het houden bij het boekje en de honger die een grote rol heeft gespeeld en ook zijn tol heeft geëist, want daar kan mijn buurvrouw én rasechte Rotterdamse over meepraten.
Reactie van de schenkster op boek over hongerwinter. Zij woonden in Anna-Paulowna en daar kwamen de mensen op oude fietsen of lopend naartoe op zoek naar eten. Haar moeder had in de moestuin wat koren die ze liet vermalen bij de buurman die molenaar was. Wat over was, werd uitgedeeld.