De Nederlandsche Padvinders
(geen beschrijving)
Padvinders in oorlogstijd
Padvinders werden ingezet bij de Luchtbescherming. In de brief en verslag van de luchtbeschermingsdienst wordt een aantal padvinders genoemd en wat ze gedaan hebben van 10 tot 14 mei. Onder hen de broers Eijnsbergen van wie de documenten en objecten uit de schenking 2630 afkomstig zijn.
Onder meer hebben padvinders wacht gehouden bij de gasfabriek en het GEB gebouw. Alwaar zij telefonisch in contact stonden met een batterij Nederlands veldgeschut in het Kralingse bos. Dit veldgeschut voerde aanvallen uit op vliegveld Waalhaven, dat op de eerste oorlogsdag door de Duitsers in bezit werd genomen. Op het GEB gebouw konden de padvinders zien waar de inslag was en rapporteren aan de kapitein van het veldgeschut. In een brief verstuurd na 14 mei zou de kapitein van dit geschut de padvinders bevolen hebben over deze zaak te zwijgen. Genoemde brief is niet aanwezig in de schenking en het verhaal komt volledig uit overlevering van de schenker die de (stief)zoon van A. Eijnsbergen is.
In 1941 werd de padvinderij verboden. De groepen gingen door, troffen elkaar in het geheim of formuleerden een andere doelstelling maar stopten niet. Maar weinigen gingen naar de jeugdstorm. Scouts werd geleerd dat zij 'een vriend voor allen en een broeder voor alle andere padvinders' waren. Voor de nazi's was dit onaanvaardbaar. Stel je voor dat een Duitse jongen bevriend zou zijn met jongens van andere rassen/donkere huidskleur. Misschien werd hij wel vriend met een jood'!! Daarom werden de Pfadfinder en de Pfadfinderinnen verboden.
Toen Nederland bezet was deden de Nazi's het voorstel om alle Scouting organisaties en de Jeugdstorm samen te voegen in één 'Nederlandse' Jeugd organisatie. Dit 'vriendelijke aanbod' werd afgeslagen. Daarop volgde. niet geheel onverwacht, op 2 april 1941 het verbod van alle Scouting-organisaties, die ervan werden beschuldigd dat ze de Engelse hielpen.
Maar Scouting kende een systeem van kleinere groepen (de patrouilles en rondes) en die bleven in de meeste gevallenbij elkaar komen ook al was de leiding gearresteerd. Alleen werd er gestopt met het werken met welpen en kabouters.
De Padvinders postdienst
De Padvinders postdienst was een onderdeel van de Jeugdhulp Rotterdam. In oktober 1944 werd door een aantal leiders van De Nederlands(ch)e Padvinders district Rotterdam besloten voorbereidingen te treffen voor een "Padvindershulpdienst". Deze dienst zou de werkzaamheden aanvangen , zodra daartoe de mogelijkheid bestond, d.w.z. zodra aan geallieerde zijde kon worden opgetreden. Met deze afdeling van de hulpactie werd begonnen op 10 mei 1945. De eerste dagen was deze dienst nog niet georganiseerd maar werden er toch al honderden brieven ontvangen.
Op 14 mei heeft deze dienst zich zo georganiseerd, dat de binnenkomende post werd gestempeld met aparte stempels in het groen en violet. Waren de aantallen poststukken voor de eerste dagen nog gering, het aantalbehandelde stukken liep op van 900 poststukken op 10 mei tot 9265 stukken op 18 mei. De stadspost in Rotterdam werd op 17 mei stilgelegd, aangezien de posterijen vanaf die datum eenmaal per dag bestellingen gingen verrichten. De padvinders postdienst werd op 25 mei 1945 gestaakt, aangezien de posterijen toen weer in geheel Nederland normaal functioneerden.
details
- Inventarisnummer
- 10274
- Eigen nummer
- 2630
- Afmeting
- hg 10,6 / br 7,2
- Trefwoorden
- document hoofdverkenner identificeren identiteitskaart kaart legitimatiebewijs onderdrukking padvinderij scouting voortrekker
- Namen
- Willem van Eijnsbergen
- Datum/periode object
- 1933.00.00
- Plaatsen
- Nederland Rotterdam Schoonebergerweg
- Materialen
- inkt papier