Ik ben geboren in 1939 en woonde met mijn ouders en oudere broer op de Kerkedijk in IJsselmonde. Aan de achterzijde van ons huis keken wij uit op de boerderij van, geloof ik, Kooiman, waar in de oorlog een kanon stond die op een gegeven moment de grasdrogerij en de graanschuur aan flarden schoot. Het kanon was na de oorlog, zolang het er stond, geweldig om mee te spelen. Er ging iemand op de loop zitten, die werd door de ander omhoog gedraaid en dan maar in de rondte en dat ging hard! Nooit heb ik ook maar iets gehoord of gelezen over de oorlog in IJsselmonde, die daar door dat kanon en al die soldaten die daar op de boerderij gelegerd waren best wel heftig was. Misschien heb ik dit als kind anders ervaren dan ik mij nu herinner, maar ik weet wel dat, toen dat kanon en die grasdrogerij weggeblazen werden, alle ruiten aan de achterzijde van diverse huizen eruit geblazen werden.
Wij hadden ook "inkwartiering". Mijn ouders hadden een parachute "gevonden" en mijn moeder, die ontzettend handig was op de trapnaaimachine maakte daar voor zichzelf een prachtige japon van. Mijn vader had familie in Den Haag, die, ik dacht, bij Brocades werkte. Wij hadden hele grote dozen staan op zolder en in de kelder met niet alleen verbandgaas maar ook heel veel watten! Het verbandgaas diende als vitrage met mooie ruches erlangs en de watten dienden om stoelkussens te vullen. Mijn vader was daar heel handig in want hij was stoffeerder.
In die tijd hadden wij op de dijk de drogisterij van Keipema, brood-en banketbakkerij In 't Veld en "t bakkertje" de kruidenier. Na de oorlog kreeg het Luxortheater nieuwe vloerbedekking. Mijn vader heeft dat toen gelegd en meteen de mooiste stukken van de oude vloerbedekking mee naar huis genomen, prachtig dieprood tapijt. Hij heeft het toen in onze kamer ensuite gelegd en dat stond werkelijk prachtig. Een stofzuiger hadden wij toen nog niet dus moesten mijn broer en ik met een soort kortgetand zaagje de vloerbedekking schoonmaken, dan trok je meteen de pool omhoog want dat stond zo mooi. Jaren en jaren gingen voorbij en gelukkig kwam er toen een stofzuiger, zo'n groot lang apparaat met zo'n langwerpige stofzak.
Mijn herinneringen uit de oorlogstijd zijn niet naar, mijn ouders wisten overal raad op als het op als het om eten of kleding ging... Mijn broer ging later naar de H.B.S. met een prachtige vermaakte conducteursjas met een astrakankraag van een oude bontjas, ze noemden hem op school dokter Smits. Daarvoor is het wel eens – niet meer leesbaar -. Daarvoor is het wel gebeurd dat hij op zijn rolschaatsen naar school moest omdat mijn vader nog niet klaar was met het repareren van zijn schoenen. Mijn ouders waren beide vindingrijk en voor niets bang!!!
p.s. In de oorlog heb ik veel klompen gedragen en niet van die gewone, maar "trippie's". Dat waren wat deftiger klompjes met een leren wreefbandje.