Rampjaar 1944
Verslag van de razzia 10 en 11 november 1944.
Rampjaar 1944.
Hillergersberg Rotterdam 14 november 1944.
“Beschrijving 10 en 11 november 1944”
Vrijdagmorgen 10 november 1944, werd aan ons huis geweldig wild gebeld. Mijn vrouw deed de deur open, en een Duitse soldaat stopte haar een vel papier in de hand. Hierop was te lezen met grootten en dikke letters: “BEVEL” op bevel der Duitse weermacht moeten alle mannen in den leeftijd van 17 t/m 40 jaar zich voor den arbeidsinzet aanmelden. Hiervoor moeten allee mannen van deze leeftijd onmiddellijk na ontvangst van dit bevel met de voorgeschreven uitrusting op straat gaan staan. Alle andere bewoners, ook vrouwe en kinderen moeten in de huizen blijven ter huiszoeking nog in huis worden aangetroffen, worden gestraft, waarbij hun particulier eigendom zal worden aangesproken. Bewijzen van vrijstelling van burgerlijke of militaire instanties moeten ter controle worden meegebracht. Ook zij die in het bezit zijn van zulke bewijzen zijn verplicht zich op straat te gaan. Er moet worden meegebracht: warme kleding, stevige schoenen, dekens ter bescherming tegen regen, eetgerei, mes, volk, lepel, drinkbeker en boterhammen voor 1 dag. Medegebrachte fietsen blijven in het bezit van den eigenaar. De dagelijkse vergoeding bestaat uit goeden kost rookartikelen en vijf gulden. Voor de achterblijvende familieleden zal worden gezorgd. Het is alle bewoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten. Op hen die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden zal worden geschoten. Achteraf bleek ons dat: voordat dien D. soldaat belde hij eerst heeft getracht om langs het huis door de poort van de achterzijde het huis binnen te dringen. Doch deze poort bleek hem te zijn afgesloten door een poortdeur welke wij als altijd op slot hadden gedaan. Dus probeerde hij de poortdeur te ontzetten. Ging voorts proberen hem met te rammelen zodoende geopend te krijgen of de aandacht te vestigen op zijn handelswijze waarop wellicht naar zijn mening wel iemand zal komen toesnellen om de deur voor hem te openen. Achteraf is ons dat gerammel wel opgevallen doch vermeenden we dat dit de aankondiging was dat een der monsternemers was aangekomen en zijn fiets tegen de muur zetten en vervolgens zijn monsters kwam afgeven. Ik hoorde dus ook dat gerammel terwijl ik in het laboratorium bezig was diverse voorbereidende werkzaamheden voor het melkonderzoek te verrichten. Nico ons vijfjarig jongetje kwam snel naar het laboratorium gelopen mij waarschuwen dat er gerammeld had en dat wellicht een der mosternemere het was. Ik zei hem: doe de poort maar open en laat maar komen wie er is dus ging Nico naar de deur om hem te ontsluiten en zag er niets of niemand. Dat kwam hij zeggen en ik zei toen, dan sluit je hem maar weer. Dat werd gedaan. Kort daarop kwam mijn vrouw met het zoeven door haar in ontvangst genomen “BEVEL” ontstellend vroeg ze mij kijk eens hier wat moeten we hieraan doen. Bij de in ontvangst name had de soldaat gevraagd naar het aantal bewoners van het huis. Het antwoord was: 1 man, 1 vrouw, 1 jongeman en 1 jongetje. Het tijdstip van de in ontvangst name van het “BEVEL” was tussen half zeven en zeven uur de soldaat zei onder andere dat er verwacht werd dat uiterlijk zeven uur dus degene die uit dit huis er voor in aanmerking kwam op straat moest wezen. Kwart voor zeven ongeveer kreeg ik het bevel te lezen en las het nog eens mijn gedachten waren nu moet er gehandeld worden en snel. Ik vatte dus om te beginnen de fiets van mijn vrouw en zette hem op een plekje dat hij niet te op opvallend zou worden gezien. Ziezo, en om nu verder de indruk te helpen versterken door de nodige speurd.. om de tuin te leiden, zei ik intussen tegen mijn vrouw die inmiddels onze huisgenoot had gewekt met de ook voor hem niet aangename tijding van “je gereed houding ter slavernij” verstop nu mijn klompen en verdere artikelen die er opkunnen wijzen dat ik nog thuis kon zijn en ik verberg mij voor de eerste 24 uur op een plaatsje dat voorlopig aan onze huisgenoten bekend blijft. Dus had mijn vrouw er geen goed aan gedaan, door den “bevelbrenger” voor te houden dat ik des morgens al zeer vroeg naar de boeren zou gegaan zijn voor melkproeven. Dus werd maar besloten dit standpunt vast te houden in tussen kwamen er verschillende buurtlui aan mij naar ons besluit vragen, welke wij indirect onze bedoeling kenbaar maakten zonder op details in te gaan o bijzonderheden te vermelden. Verder vernam ik, van uit mijn schuilplaats dat circa 8 uur een patrouille van 4 man huiszoeking naar eventuele achterblijvers kwam instellen. Op de vraag hoeveel man het huis bewoont tussen 17 en 40 jaar krijgen ze het antwoord van mijn vrouw 2 man. Een maakte zich voor het bevel gereed en u kunt hem ( ) de keuken bezig zien hoe hij de laatste hand legt aan het ( ) voor de grote reis. Verder voegde mijn vrouw er nog aan toe morgen al vroeg van huis gegaan naar de boerderij voor afijn dat weten we nog wel waarvoor. Dan ontmoeten wij hem nog wel was het lachende antwoord van de jonge hunner. Daaruit viel echter niet op te maken wat hij met dit antwoord bedoelde. Voorts vernemen wij nog dat de gemeente totaal is afgezet en dat er absoluut geen kans is zich naar een ander gebied te gaan. Dus blijven we nu zijn was de gedachte die mij nog bezig hield vanuit mijn schuilplaats trachtte ik nog een maal te zien wat er op de weg gebeurde. Ik zag daar een troepje mannen staan neerslachtig deels en enigszins opgewekt anderdeels stond men er te redeneren blijkbaar over dingen die ze vermoedelijk zagen aankomen namelijk complete weg voering van alles wat maar enigszins weerbaar of wat ook os. Onze huisgenoot Sander, trachtte nog eenmaal de gemeente te verlaten doch stuitte onmiddellijk af op een patrouille die hem zijn persoonsbewijs ontnam. Vrijwel onmiddellijk na deze poging kwam hij terug met zijn fiets om zich gereed te maken voor de voor hem blijkbaar onoverkomelijke ramp van te worden ontvoerd. De bedoeling is later gebleken te zijn, dat alle zich voor de reis gereed maakte mannen. Werden opgejaagd naar de Remise der R.E.T aan de Kootsche kade die daarvoor daags of liever gezegd des nachts voor dit doel werd ontruimd om plm. ½ ll. werd wederom huiszoeking gedaan, en wel grondig. In en achter kasten, in alle mogelijke en onmogelijke woonafdaling werd nageneusd en rondgezien. Op een blijkbaar verontrustende manier trachtte mijn vrouw nog te vragen of ik al bij dentroep was. Waarop zij (de patrouille) onwetend antwoordde. Verder vernemen we nog en wel de volgenden dag dat Janus van der Flier des morgens ten vier uur van huis ging nog niets bemerkend heeft gemonsterd aan de Klapwijksche weg onder de gemeenste Pijnacker. Terugkomend was hij ter hoogte van de gekro destructiefabriek aan de bovendijk te overschie, waar hij gewaarschuwd was dat het door verder te rijden niet veilig scheen te zijn waarop hij is teruggekeerd en bij kennissen is aangekomen waar hij op zijn minst 24 uur verscholen heeft doorgebracht. Hoe lang hij het verder daar nog heeft gehouden is ons nog niet bekend zelfs niet of hij er nog is terwijl dit word beschreven. Van onze monsternemers Toon van Rossen en Jac Meertens en Wim Reevers hebben we voor en na vernomen dat zij zijn gezien in de droeve rijen der ontvoerden. Laatst genoemde is des morgens bij het verlaten van zijn huis, om half 6 al meteen ingerekend van de twee eerstgenoemde vernamen wij nog geen details over de ontvoering. Wim Verboon kwam niet des vrijdags doch des zaterdags met de monsters van twee dagen . Bij zoeking in Kethel heeft hij zich in de Kethelpolder (des vrijdagsmorgens op weg naar ons) in een kippenhok verscholen en zich niet meer laten zien dien dag. Dat hij des zaterdags toch nog weer gekomen is nadat hij des vrijdagsavonds en zaterdagsmorgens toch nog is (durven) komen is het ook wel aan zijn geringe grootte te danken. Dat hij best voor iemand van 16 jaar kan doorgaan. Van de monsternemers van Capelle hebben we tot nu toe niets vernomen zo dat ons ook niet bekend is of zij zijn nog thuis dan welverscholen of dat het lot der ontvoering ook hun trof. Van de monsternemers van Pijnacker Berkel weten we nog niets meer dan dat J.B. Zuin Don. Av en Vr. mo zo ook Vr. av.en zat. Mo. Heeft gemonsterd. Deze monsters op de gebruikelijke wijze bij de bakker te Berkel heeft afgezet alsmede dat daar door hem weer nieuw kisten met flesjes moeten zijn gevonden doch zonder enig gericht hebben we na dien zaterdag totaal niet meer van hem gehoord. J. Lobee monsterde wel een boer minder dan was afgesproken doch van hem hoorde wij ook niet s meer nadat hij nog een week lang het monsteren heeft volgehouden dus dit was de laatste persoon die ons nog zijn monsters inzond. Wat voorts de naaste toekomst nog kan brengen is ons momenteel gelukkig niet bekend. Onze wens is en blijft de controle voortzetten en daarmede de melklijsten welke nu eenmaal zijn begonnen te kunnen afmaken. Gemakkelijk kan dit echter niet gaan. Behalve dat wij voor een grotendeels van onze monsternemers zijn beroofd blijven ons ook bij de beschikking over nieuwe monsternemers nog voldoende moeilijkheden over om te overwinnen. Daar is vooreerst het vraagstuk van de fietsen waarvan we ook al de ervaring hebben dat een onzer monsternemers zijn fiets is gevonden dan volgt het bandenvraagstuk. Hebben we dit opgelost, dan ontmoeten we de moeilijkheid van verlichting bij het monsteren. Zijn deze moeilijkheden te overwinnen, dan resteren ons nog diverse moeilijkheden in het laboratorium doch zij zijn ons door aanpassen aan de tegenwoordige omstandigheden, wel tot een oplossing te brengen. De zesweeksche bemonstering kan wat het personeelsvraagstuk betreft ook een oplossing brengen en is absoluut te verkiezen boven een tijdperk dat niet bemonsterd word. Het voorstel van een zesweeksche bemonstering ingeval van moeilijkheden is ons toegezonden geworden van het Rijksveeteeltconsulentschap te Den Haag in een den persoon van Lr P. Verhoeven. De administratie d.i. het bijhouden der melkboekjes door de administratie der C.M.C schijnt sinds de spoorwegstaking ook tot een einde te zijn gebracht doch reeds hebben wij een ervaring van 3x 2 weken opgedaan op een adres die deze administratie zeer tot onze tevredenheid weet uit te voeren.
De Controleur,
J.C. Heinsbroek.
Verslag van de razzia 10 en 11 november 1944.
details
- Inventarisnummer
- 10158-1-2
- Eigen nummer
- 1857
- Afmeting
- hg 29,8 / br 21,2
- Trefwoorden
- arbeidsinzet arbeitseinsatz beeldentafel bezetting dagboek document huiszoeking razzia tewerkstelling verslag
- Gebeurtenis
- 1944.11.10 - 1944.11.11
- Plaatsen
- Hilligersberg Rotterdam
- Materialen
- inkt papier
- Thema's
- Razzia