Mijn ouders woonde voor de oorlog in de Groepstraat 56 te Rotterdam en werkte bij de RDM Heijplaat te Rotterdam. Toen de oorlog uitbrak gingen de mensen hamsteren voor de belangrijkste dingen (o.a.) lucifers voor theelichtjes en kaarsen voor het licht en kachel aan te steken. Alles nog in oude verpakking, de schoenleest was voor zelf-reparatie van schoenen (wat mijn vader deed).
Doordat mijn vader bij RDM werkte ging mijn vader op de fiets naar zijn werk naar Heijplaat de eerste keer met het bombardement van vliegveld Waalhaven moest hij al vluchten voor zijn leven.
De 2e keer was `s morgens vroeg 1942 naar zijn werk gegaan om `s avonds foto`s te halen van ons gezin. Maar fietsen op de Waalhaven feb.1942 strenge winter kwam hij in een razzia terecht zijn vlucht groep fietsers ging uit elkaar. Mijn vader vluchtte over de steigers naar de boten. Er werd op hem geschoten en kwam onder het ijs terecht en was dood en zoek, werd in 2 april 1942 gevonden was niet meer toonbaar volgens zijn vriend en zwager.
Maar omdat mijn vader niet thuis kwam en zij bericht kreeg dat haar man in de strafgevangenis zat ging mijn moeder iedere week op de fiets van Puttershoek naar Rotterdam (naar haar zus) en haar eigen huis. En gingen ze schone kleren brengen en snoepjes. (mijn moeder was inmiddels gevlucht naar haar moeder in Puttershoek die zorgde tevens voor mij.)
De Duitsers vroegen hoe hij heette en gingen even kijken en vroegen naar zijn naam en van mijn moeder Pietse. Toen kwamen ze met een ring die mijn moeder niet mocht vasthouden maar er stond Pietse in volgens de Duitsers en dat geloofde mijn moeder. En ging mijn moeder wekelijks naar Scheveningen om schone te brengen. Tot dat mijn vader met de dooi in april boven water kwam.
Mijn moeder vertelde mij later, dat ze iedere week naar Scheveningen fietste met pittobanden om schone kleding te brengen. Dat gaf ze af bij het houten deur met een klein raampje. Toen ik later naar Scheveningen ging was het een stalen deur.
Nu zag ik in 2014 in de kunsthal voor het eerst het houten deurtje volgens de beschrijving van mijn moeder.
De foto`s die hij altijd bij zich droeg zaten in zijn portefeuille, met het bewijs dat het mijn vader was. Dit was voor mijn moeder het dierbaarste bewijs want hij was onherkenbaar. En nu ook voor mij.
Mevrouw W.M. v.d. Bijl Capelle a/d IJssel
Metalen groen geverfde schoenmakersleest, die gebruikt werd door Jan Pieter van der Bijl om schoenen te repareren. Hij kwam om bij een razzia in februari 1942. Tijdens de vlucht kwam hij onder het ijs terecht en verdronk. Op 2 april, toen het ijs gesmolten was, werd hij gevonden.
zie ook 10739