Plankje uit Diergaarde Blijdorp
Plankje gevonden in 1985
Schenking van de heer Van der Burgh, hij heeft 40 jaar in de dierentuin gewerkt als dierenverzorger. Maar als dierenverzorger deed je ook andere hand & spandiensten. Omdat hij ook timmerman was geweest werd hem in de jaren 80 gevraagd een dierenverblijf te veranderen. Het ging om de Koedoestal, voorheen stonden daar de Europese bisons.
Toen de nieuwe diergaarde in 1939 gebouwd werd, werden de verblijven wat krapper gehouden. Hem werd gevraagd van 2 stallen 1 te maken. Ergens bovenop vond hij dit plankje. Na het stof er af te hebben geblazen probeerde hij de tekst te lezen. Het bleek de "handtekening" te zijn van een timmerman die destijds de stal had gebouwd. De tekst verwijst naar WOII:
Oorlog met Duitsland, Engeland en Frankrijk - weg met Hitler - Leve Chamberlaine
Het was en is eigenlijk nog altijd gebruikelijk om als timmerman ergens je naam op te schrijven......Deze timmerman heeft op dit eenvoudige plankje een tijdsbeeld gegeven.
De heer van der Burgh heeft het plankje mee naar huis genomen. De diergaarde had er helemaal geen interesse in. Hij heeft het altijd bewaard. Toen de dierentuin 150 jaar bestond is het plankje nog tentoonstegesteld in de Riviera Hal. In 2010 heeft hij het plankje aan het museum geschonken.
Pratende met de heer Van der Burgh kwam het gesprek op dierenoppasser Janus van den Berg. Van der Burgh vertelde dat Janus prachtig kon vertellen zeker over de de periode 1940-1945. Hij hing altijd aan zijn lippen:
In het voorjaar van 1940 was de sloper zijn werk begonnen op het terrein van de oude diergaarde. Reptielen, beren en zeeleeuwen hadden al elders op het terrein tijdelijke verblijven gekregen in afwachting van de verhuizing. De zebra's vertoefden in het oude gebouw van de runderen. Op de eerste oorlogsdag, vrijdag l 0 mei, liep als gevolg van de luchtlandingen het front plotseling langs de Maas.
Er waren de eerste oorlogsdagen nog maar 5 oppassers mensen die op Rotterdam-Zuid woonden konden de dierentuin niet bereiken omdat ze de brug niet over konden. Vroeg in de ochtend van de tweede oorlogsdag, op zaterdag, beschoot een vliegtuig de roofdierengalerij. De kogels sloegen te hoog in om slachtoffers onder de dieren te maken. Er zat veel glas aan het gebouw. Alle ruiten en bovenlichten waren kapot geschoten. Gelukkig werden er geen dieren en mensen geraakt. Rampzalig werden de omstandigheden op de derde dag, eerste Pinksterdag. Het was l 0 uur, de dieren hadden net eten gekregen en de hokken waren schoongemaakt. Toen verschenen er een aantal vliegtuigen. Ze draaiden over de diergaarde, over het station Delftsche Poort en gingen weg. Maar ze kwamen terug. Achttien brisantbommen richtten grote schade aan. Het ene na het andere gebouw ging de lucht in. Overal liepen verminkte of ontsnapte dieren. In het roofdierengebouw waren de plafonds naar beneden gekomen, maar de roofdieren leefden nog. De leeuwen en tijgers stonden verbaasd achter de hekken. Ze zaten tot hun nek in het puin. Na enig beraad besloot de directeur, de heer Kuiper, de roofdieren met de kogel te laten doden. Hij was bang dat ze bij een nieuw bombardement de stad in zouden vluchten. Dit was voor Janus van den Berg erg moeilijk. Zijn hart lag bij de roofdieren! Op zijn smeekbeden spaarden de militairen het leven van de leeuw Tommy, die indertijd door een hond was gezoogd.
Hier en daar lagen koppen en vleugels van struisvogels; eland-antilopen liepen met opengereten buik rond. De kadavers werden in een granaattrechter geworpen en met aarde bedekt. Acht tijgers, zeven leeuwen en enige jaguars vonden er hun graf. Er was geen tijd om te treuren.Er liepen nog zoveel andere dieren los rond. Ze ontdekten dat 2 zeeleeuwen waren losgebroken. Ze zwommen op hun gemakje in de Westersingel. Met een rammelend emmertje werden ze teruggelokt. Er werd met een klein groepje mannen enorm hard gewerkt om zoveel mogelijk noodhokken te bouwen. Janus van den Berg bleef de dagen erna bij de dieren. Nog erger werd de toestand op de 14e mei, de dag van het bombardement op Rotterdam. Janus van den Berg zat met een collega oppasser in een schuilkelder die zij zelf hadden gemaakt van balen hooi, ergens onder de ziekenzaal van het apengebouw. Die balen zouden natuurlijk nooit helpen.
Ook de diergaarde werd getroffen: Voedselmagazijn, werkplaats, de kostbare bibliotheek- alles ging in vlammen op. Een brandspuit uit Schiedam probeerde met water uit een vijver - de waterleiding in de tuin was bij het bombardement van zondag al in het onbruikbaar geraakt - het olifantenhuis te behouden. Olifant Sonny liet zich gewillig uit het verblijf halen en aan een boom vastzetten; de andere olifant, die was bevangen door angst, durfde men niet te benaderen. Oppasser Schilt, die met anderen eerst in het ziekenhuis aan de Coolsingel had geholpen, drong met Janus van den Berg later het brandende apenhuis binnen. Op de fiets brachten zij de chimpansees Josefientje, de orang-oetan Agam, drie kleine chimpansees en een paar kapucijneraapjes naar een cafe aan de Diergaardesingel, waar zij werden opgesloten in een telefooncel en in de toiletten. Josefientje was zo overstuur dat zij een van de kapucijneraapjes doodsloeg. Bij een bezoek, een paar dagen na de rampendag, ontdekte de heer Kuiper nog de chimpansee August en een wijfjes orang-oetang die het er levend hadden afgebracht. Er liepen damherten op de Coolsingel en het Oostplein, zebra's in de Coolsestraat en 2 bizons tussen verbrande wagons op het spoorwegemplacement. Ze hebben ze allemaal terug weten tebrengen. De leeuw Tommy was echter in de vlammen omgekomen. Oppasser Van der Berg was die dagen bij "zijn" dieren gebleven, maar in gedachten ook bij zijn vrouw. Die kon wel onder het puin liggen. Zijn huis aan de Katshoek was weg. Niks alleen stenen. Hij had geen idee waar zijn vrouw was. De ziekenhuizen hoefde hij niet af tegaan. Het was een gekkenhuis. Hij is toen maar weer terug gegaan naar de dierentuin. 's Nachts sliep hij op een baal stro onder het apenhuis. Er was nog zoveel te doen. Al die dode dieren lagen er nog, gerookt en gekookt vlees was het. De kadavers trokken ze uit de smeulende resten en gooiden ze in de bomtrechters. Dagen gingen de branden door.
Na een paar dagen kwam er een meisje en die vertelde dat Van der Berg z'n vrouw nog leefde. Hij heeft haar die middag in Crooswijk opgehaald. Ze bleek de 1e dag met nog wat mensen naar de Rotte te zijn gevlucht. Zijn vrouw had hij gelukkig terug, maar toch had hij veel verloren.
Toen de oorlog uitbrak, was men in Blijdorp al een jaar lang bezig met de bouw van een nieuwe dierentuin. Een gedeelte daarvan kon op 7 juli 1940 in gebruik worden genomen. Een aantal dieren was al vrij spoedig naar de nieuwe tuin overgebracht, in transporthokken die van andere dierentuinen waren geleend. De chimpansees logeerden tijdelijk in de oude Haagse dierentuin. Ook de bijna tien jaar oude orang-oetan Agam verbleef daar enige maanden. Olifant Rimba - een slecht gehumeurd dier- wandelde zelf, vastgebonden achter een zware grintauto, van de oude diergaarde naar de nieuwe. De nieuwe verblijven in het ruim opgezette park hadden een gunstige invloed op de fokresultaten. Ondanks de voedselschaarste slaagde het personeel erin de nieuwe diergaarde met haar levende have goed door de oorlog heen te helpen. De collectie dieren was bij de bevrijding het twee-tot drievoudige van het aantal dieren dat in 1942 in de diergaarde aanwezig was. De Rotterdamse diergaarde heeft daardoor vele dierentuinen die door de oorlog waren getroffen, kunnen helpen.
Stuk hout dat werd gebruikt bij de bouw van de nieuwe diergaarde Blijdorp in 1939. De timmerman heeft kennelijk zijn visie gegeven op de inval van Duitsland in Polen en het uitbreken van de oorlog van met Frankrijk-Engeland. Op dat moment was Nederland nog niet bij de oorlog betrokken. Het plankje kwam in 1985 tevoorschijn.
details
- Inventarisnummer
- 9926
- Eigen nummer
- 1864
- Afmeting
- hg 2,8 / br 28,5 / dp 12,3
- Trefwoorden
- Blijdorp dierentuin diergaarde oorlog
- Namen
- Hitler Van der Burgh
- Datum/periode object
- 1939.00.00
- Plaatsen
- Blijdorp Nederland Rotterdam
- Materialen
- hout potlood
- Thema's
- Interbellum
- Datum of periode
- Sep 1, 1939 Sep 1, 1939
- Locatie
- 51.925328, 4.454325