Vervalste distributiebonnen, door de geallieerde luchtvloot gedumpt boven Westfalen. Tijdens een bombardement was de schenker, de heer E.H. Verbeek, met een groepje andere mensen (meest vrouwen met jonge kinderen en een enkele bejaarde man) naar een bos gevlucht. Uit de lucht kwamen deze bonnen. Eén van de oude mannen was nieuwsgierig naar de neerdwarrelendewitte blaadjes. Hij bekeek er één, onstak in woede en verbood driftig die vuiligheid op te rapen. De flarden van het verscheurde blaadje raapte ik toch op en bewaarde deze.