Spergau, beeld gemaakt door de heer Hoeneveld
De schenker, Koos Hoeneveld, is de maker van dit beeld. Als arbeider in Duitsland zag hij op een dag een aantal …
Op 20 April 1943 werd ik voor de Arbeitseinseinsatz naar Duitsland gebracht (zie boek ´Waarom zal ik ze haten´) Ik kwam aan bij de Leuna-Werke Halle Merseburg waar ik werd ondergebracht in Lager Daspig. (Info in boek Lager Daspig). Na ongeveer een halfjaar warden wij overgeplaatst naar Lager Leuna-West. Inmiddels hadden wij de colonnes gevangene van de E Compagnie op de fabriek gezien wat wij niet zo goed thuis konden brengen daar wij zoiets niet gewend waren. Op een gegeven moment hoorden wij waar ze ondergebracht waren. Dat bleek aan de zuidzijde van de fabriek te zijn bij het dorp Spergau. Daar was oorspronkelijk een lager voor arbeiders gemaakt, vergelijkbaar met Daspig en Leuna West, dat later als Konzentrations lager werd ingericht. Daarom zagen we savonds de gevangenen via Bahnhof Leuna Sud de fabriek verlaten want hier was de enige uitgang in die richting. Het gebeurde heel openlijk, waarschijnlijk als afschrikwekkend voorbeeld. Het zien ervan heft zo´n indruk op me gemaakt dat ik hetbewust heb weggedrukt, maar nooit ben vergeten.Toen ik met een beeld bezig was kwam het toch weer boven en is ere en figuur ontstaan uitgemergeld en geestelijk kapot gemaakt. Ik heb het als title ,,Spergau” gegeven.Toen we in de kalksalpeter zaten werkten we ook samen met Franse krijgsgevangene. We hadden goede contacten met ze en er was er een bij, het type van Maurice Chevalier, een vrolijke vent, die geobsedeerd was door vrouwen. Er was blijkbaar in het krijgsgevangene kamp uit nood ge boren homosexualiteit waaraan hij wilde ontkomen en op een dag liep hij in burger kleding want hij was op parool vrij gelaten. Wat dat precies inhield weet ik niet. Zijn vrijheid heeft maar een paar weken geduurd want wij zagen hem weer toen hij in de E compagnie zat. Volgens de ande re Fransen was er iets met een Duitse vrouw aan de handgeweest.
Ik wil er vanaf wezen of het in Daspig of Leuna West was maar dat doet er ook weinig toe. Op een dag kregen we bericht dat we 's avonds niet uit de barak mochten en dat ramen en deuren gesloten moesten blijven. 's Avonds ,kwam er een tranport gevangenen die aan het begin van de barak tegenover de onze werd opgesteld. Ze werden geteld en in groepen van 80 man verdeeld. Op een geschreeuwd bevel ging zo;ngroep dan in een sjok kende looppas naar de deur van een kamer- en werd er onder schreeuwen en slaan in gejaagd. 80 Man in zo'n zelfde kamer waar wij met 16 zaten, zonder ventilatie of licht, want voor de ramen en deu en waren de luiken gesloten.
De gevangene waar ik het over heb waren zogenaamde arbeidscommando's die op de fabriek werkte. Ze kwamen uit straflagers in de omgeving van de fabriek. Ze waren gekleed in broeken en jasjes van een grijze grove stof en op de rug was een grote gele E geschilderd en bij die alles droegen ze een rond mutsje. Als een bewaker ze riep moesten ze stram in de hou ding staan en het mutsje afnemen. Als het niet goed ging naar de zin van de bewaker ging de knuppel erover. Het waren straflagers waar je voor betrekkelijk lichte vergrijpen in terecht kwam. Bijvoorbeeld 2 dagen achter elkaar niet op je werk verschijnen, Het zogenaamde "Blau Machen", was al voldoende voor: 6 weken einsperren. De kans om te overleven was praktischnihil.
De gevangene van de E-compagnie, zoals we ze noemde, droegen klompschoe nen en daar ze dikwijls in een sjokkende looppas ,moesten gaan ontstond een geluid dat je niet snel meer vergeet, Eenmaal heb ik vanuit het raam van een fabrieksgebouw gezien dat een 88 bewaker een gevangene met een stuk hout in elkaar sloeg en trapte. Het lichaam heeft er verder de hele dag in de regen gelegen. De machteloze ontzetting en woede die je op zo'n moment voelt is niet te beschrijven. 's Avonds op het station van Leuna 8ud kwam de E compagnie voorbij marcheren en de dode werd door 6 gevangene op de schouders mee gedragen. Op het overvolle perron stond vlak bij me een Duitser die, toen de dode voorbij kwam:"Na Na" zei. Op dat moment draaide de 88 bewaker zich om en schreeuwde, "Was na na,Wolst du mit marcheren"? Bij de honderden mensen die erom heen stonden was alleen een akelig zwijgen tehoren.
In Daspig waren verschillende lagerfuhrers en een daarvan was een lange magere man. Op een gegeven moment kwam er een flinke groep Ital!aanse meisjes die in het lager te werk werden gesteld. Een daarvan was een flinke meid, een nogal hoerig type, waar de Italianen als vliegen op de stroop omheen liepen te draaien. Ze konden er met hun handen niet vanaf blijven en zij vond het wel prachtig. Tot de lagerfuhrer, een vrouwengek, er ook achteraan begon te zitten.
Ik herinner mij dat hij een keer 's avonds flink dronken in de eetzaal achter haar aan liep te rennen waarbij hij een paar keer flink op zijn gezicht ging, terwijl zij lachend en gillend weg liep. Dat schijnt een poosje zo gegaan te zijn tot we opeens zagen dat zij in de vrouwen E compagnie was. Korte tijd later liep de lagerfuhrer in SS uniform als bewaker bij deze colonne. Na een paar weken zagen we hem echter zelf als gevangene in de E-compagnie. Wat zich allemaal afgespeeld heeft blijft raden maar volgens mij was er niet veel voor nodig om gevangen genomen te worden, ook voorDuitsers.
Inmiddels heb ik wel kunnen achterhalen wat de E bij de gevangene die wij de E compagnie noemden betekende. Het lager waar zij in zaten werd een AEL of wel Arbeitserzeihunhslager g.enoem<d. Wij zouden zeggen een opvoedingskamp, maar of opvoeden met doodranselen lijkt betwijfel ik. Er was alleen het afschrikeffect want het gebeurde allemaal vrijopenlijk.
Een wel erg triest verhaal is het volgende.
In Leuna West was er bij ons op de kamer een sympathieke man, die het echter met de Duitse regels niet zo nauw nam. Hij l::5leef dikwijls van zijn werk weg en had overal maling aan. Hij zie:"Ik hoef die moffen niet te helpen". Toen ik met verlof naar huis mocht heb ik voor zijn ouders nog een brief en een pakje meegenomen en in de Meidoornstraat waar ze woonden afgegeven. Die zelfde man kwam op een dag niet van zijn we k en na een paar dagen hoorden we dat hij eingespert was. Wij hebben nooit meer iets van hem gehoord of gezien. Waar zijn spullen zijn gebleven kan ik me niet herinneren. Een paar persoonlijke dingen heeft iemand bewaard en na de bevrijding heb ik op me genomen om die dingen naar zijn ouders te brengen. Het was geen pretje om de oude mensen te vertellen dat hun zoon waarschijnlijk niet meer terug zou komen. Vooral de moeder begreep maar niet dat zo'n goeie jongen gearresteerd was en ik kon haar toch ook niet vertellen hoe erg het er wel was en dat haar zoon misschien wel dood geknuppeld was. Ik heb het er goed moeilijk mee gehad en het daarom denkelijk totaal verdrongen. Pas toen de notities voor dit boek prakties klaar en gerangschikt waren kwam het weer naar boven. Het gekke is, dat ik nu zelfs zijn gezicht weer voor me kan halen. Zijn naam was Bart Schouten.
De schenker, Koos Hoeneveld, is de maker van dit beeld. Als arbeider in Duitsland zag hij op een dag een aantal gevangenen voorbij komen, die er slecht, moedeloos en verwaarsloosd uitzagen. In dit beeld drukt hij zijn herinnering aan de toestand van deze mensen uit.
details
- Inventarisnummer
- 6500
- Eigen nummer
- 001417
- Afmeting
- hg 41,0 / br 31,0 / dp 19,0
- Trefwoorden
- concentratiekamp holocaust ondervoeding
- Namen
- Hoeneveld
- Datum/periode object
- 1975.00.00 - 2000.00.00 (schatting)
- Gebeurtenis
- 1940.05.10 - 1945.05.05
- Plaatsen
- Duitsland Spergau
- Materialen
- aardewerk karton klei verf
- Technieken
- geboetseerd
- Vervaardigers
- Koos Hoeneveld