Kleding van de gevangenen: Alle gevangenen in het concentratiekamp droegen dezelfde grijs en blauw gestreepte gevangeniskleding. Iedere gevangene kreeg een kenmerk d.w.z dat de gevangene een driehoek en een nummer kregen, die zichtbaar op de mouwen moesten worden gedragen. De kleuren van de driehoeken dienden ter onderscheiding van de verschillende categorieën van gevangenen.
Rood: werd gedragen door politieke gevangenen, Blauw: werd gedragen door emigranten en statenlozen, Paars: werd gedragen door Jehova’s getuigen, Groen: werd gedragen door beroepscriminelen, Zwart: werd gedragen door asocialen, Bruin: werd gedrahen door zigeuners en Roze: werd gedragen door homoseksuelen. Joden droegen een gele Davidsster.
Op de Rode driehoek (de politieke gevangenen) gaf de letter het land van herkomst aan, in dit geval Nederland.