Variatie op het proces van Pietertje Swing
                     Het proces van Adolf Hitler

Rechter: Ik open de zitting van dit gerecht.
                 Luister naar wat de beschuldiging zegt.
                 ’t Wereldrecht tegen Adolf Hit.
                 Dat is een zaak waar pit in zit.
        
      
                 Churchil laat de beklaagde binnen.
                 Stilte in Europa! Het spel gaat beginnen.

Rtr:     Zeg mij verdachte, hoe is uw naam?
Bkl:     Adolfje Hit, heel aangenaam.
Rtr:     En wat is uw dagelijks brood?
Bkl:     Edelachtbare, ik vertegenwoordig de dood!
            Duizend tienduizend soldaten
            Hebben voor  mij hun leven gelaten.
Rtr:     Ben jij niet vroeger schilder geweest?
            En hoe kwam jij aan de macht luguber beest?
Bkl:     Ik vertel het in enkele woorden
            Ik heb mijn vrienden laten vermoorden.
            Daarna kreeg ik de macht in handen
            En veroverde vele landen.
Rtr:     En hoeveel heeft je rijk dat gekost?
Bkl:     Ja, als ik dat eens zeggen most
           Een klein millioen is niet te veel.
           Waarom kijkt u nu zoo scheel?
Rtr:     Getuige Haakon, koning der Nooren
            Zullen wij thans eerst eens verhooren!
            Koning der Noren, zweer op uw eer!
Haak: Ja edelachtbare heer, ik zweer!
Rtr:    Getuige Haakon vertel mij eens snel
           Gij kent Adolfje Hit toch wel?
Haak (zingt) Wie is Hitler? Wie is toch die Hitler?
Rtr:    Stilte getuige, schei uit met die luimen,
           Anders laat ik de zaak hier ontruimen.
           Getuige, gij hebt Hitler toch gekent?
Haak: Zeker, rechter, een ploert van een vent.
           Een andere schurk , Ouisling genaamd
           Had met dien Hitler een plannetje beraamd,
           Ouisling zou de boel verraden
           Dan kon Hitler zijn troepen ontladen.
           En mijn soldaten konden niet beletten
           Dat Hitler zijn opmarsch voort kon zetten.
           Aldus ging hij mijn land ondermijnen.
Rtr:    Dat is genoeg, gij kunt thans verdwijnen.
          Generaal Win kelman, gij kunt thans voor ons verschijnen.
Wink: Kijk eens, hier ben ik, gedag meneer de rechter.
           ’t Brood is duur en wordt steeds slechter!
           Zeg heer, kom, geef mij een stoel,
        Wie is dat daar, met die dievensmoel?
         Maar natuurlijk dat is Hit met zijn snor en zijn lok,
         Tjonge, wat kreeg jij op de Afsluitdijk klop.
Rtr:   Zwijg een moment, thans ben ik aan het woord,
          Wie heeft Rotterdam vermoord?
Gen.W: Maar beste meneer, dat heeft hij toch gedaan?
          Zie daar die slungel onnozeltjes staan!
          Ja, waarde heer, jij hebt de Maasstad vermoord.
          Ba, wat een kerel, nu spreekt hij geen woord.
Rtr:   Getuige, kijkt u die bommen een aan!
Wink: Ja, daarmee heeft hij de misdaad begaan,
           Die gooide hij op burgerwijken,
           Naderhand vond men daar duizend lijken!
Rtr:     Is dat waar ellendeling?
            Spreek, voordat ‘k je er toe dwing!
Bkl:     Luister, rechter, naar mijn woorden.
            Ik wou Holland niet vermoorden.
            Ik wou Engeland gaan verslaan
            En moest daarvoor door Holland gaan.
            Had ik het maar niet gedaan. (diepen zucht)
            Mijn troepen worden ontevreden
            Mijn luchtvloot heeft zeer veel geleden.
            Een vloot ter zee? Ik heb er geen          
            Waar moet dat heen?
            Waar moet dat heen?
Rtr:     Op dit punt heb ik geen gevoel.
            Breng die vent maar naar zijn stoel!!!

Daverend gejuich op de tribunes der bezetten landen
                                              Vrij naar H. v. Oranje
                    O.ZO. O.ZO