Rotterdam 18 juni 1940

Waarde Heer Hooftman,
                                         Na de geweldige spanning en gebeurtenissen van Mei, ben ik gelukkig weer thuis en ben begonnen je een klein briefje te4 schrijven over onze wederwaardigheden in die benauwde periode.  Reeds vanaf Maart j.l. waren wij niet meer in Grave doch in Oss, de stad van de Soep en de Bie, gekantonneerd.
                                         Bij het uitbreken van den oorlog op Vrijdagmorgen 10 mei, kregen wij direct opdracht uit Oss te vertrekken en gingen naar land van Maas en Waal, omgeving Tiel. Daar practisch dag en nacht gearbeid aan stellingen tot 2e Pinksterdag en werden toen plotseling gedirigeerd naar Utrecht, fort Griffenstein. Van den vijand hebben wij wonder boven wonder weinig gezien. Herhaaldelijk  zijn wij aangevallen door vijandelijke vliegtuigen o.a. hebben ze nog enkele bommen geworpen, doch verder hebben wij gelukkig niet veel meegemaakt. Het derde bataljon van 14 R.I. is er slechter aan toe en heeft tot driemaal toe slag geleverd. Ook het eerste bataljon is door de Duitschers uit elkaar geslagen. Dus je ziet het tweede heeft reuze gezwijnd.
                                        Hoe is het met jou gegaan, ook goed afgekomen, nu van harte gefeliciteerd. De jongens van de 3e sectie zijn op Pronk na, allen afgezwaaid, behalve ook nog Sergt. Timmler deze kon ook nog direct niet aam den gang maar ik heb hem juist gisteren gesproken en het zal niet lang meer duren of hij gaat ook naar huis.
                                     Zoo nu heb ik je van de wederwaardigheden van de 3e sect. 1.II 14 R.I. weer eens op de hoogte gesteld, misschien heb je één en ander reeds van een ander gehoord.
                                      Persoonlijk ben ik in de beste conditie thuis en hoop ik dat ik dat groene costuum niet meer aan behoef te trekken.
                                    Nu zeg ik ga eindigen, ontvang van mij de beste wenschen en hartelijke groeten, een dienstmakker.

                                                                                                       Theo J. Smit

P.S. Wanneer je mij nog aan enkele
        Droste’s plaatjes zoudt kunnen helpen, dan houd ik mij aanbevolen