Rotterdam 4 April 1040
Mijn lieve jongen,
Je brief vanmorgen ontvangen. Ik ben blij dat het je nogal meegevallen is tot heden toe. Het is een pak van mijn hart, je keek er tenminste zo tegenop, maar Aai als je dit leest ben je al over de helft en dank zal het ergste leed wel geleden zijn. ’t Is te hopen dat het daar beter weer is dan hier, het giet hier al een paar uur. “t Is half 2 nu, dus je zal als groepscommandant wel ergens op de heide rondzwalken om deze tijd. Je bent er met je blaren tamelijk vlug doorgerold Arietje. Wat een meevaller goed eten, dat had ik eigenlijk in die rimboe minder verwacht maar des te beter.
We vinden het vermakelijk zooveel bananen, tot zelfs Vader grinnikte er om, hoe bestaat. Oh Aai, het wordt harstikke donker, nog meer plasbuien. Ik vind er niks en het is nogal liefst markt hier.
Ik ben gisteravond op den Math.Dijk geweest. Tante Pietje was er en zag er goed uit. En Arietje raad eens wie er nog meer was? Tante Anna omdat ze er haast nooit komt. Hoe bestaat het als ik kom is het altijd raak. We hebben jouw geliefkoosde spel gespeeld namelijk domino. Je vader ging met de winst schuiven.
Ik vind het knap gevaarlijk met scherpe piepers schieten, dat moest niet mogen, daar moet de politie naar kijken, Aai wees maar voorzichtig hoor, ik heb het er niet op.
Begin je al bruiner te worden of niet? Ik kom daar een koe van een fout )afijn) tegen zoo is het enfin. Ik heb even gegeten en het weer klaart een beetje op. Een waterzonnetje schijnt er. Ik geloof heusch dat je slaap had, toen je schreef, want hier verwaarloos je een h eele lettergreep, je zet intersant inplaats van interessant en kolk inplaats van klok. Oh Arietje slaap ze lekker, wat is het toch fijn hè knorren en dan zoo vroeg al onder de wol, maar van slapen wordt je mooi Aai.
Mijn lieve jongen, ik weet niet meer, de groeten van allemaal. Schrijf me maar een langen en lieven brief tegen den Zondag Arietje. Ik eindig lieverd de groeten en veel liefs
van jouw wijffie
Briefwisseling tussen Greetje en Arie, haar vriend. Arie is een gemobiliseerde soldaat, gelegerd in de Harskamp. In deze brief spreekt zij o.a. haar ongerustheid uit over het feit dat er met "scherpe piepers" geschoten wordt.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.