Het gezin - fam. Melief - woonde in Delft van 1926 tot 1981, dus ook in de oorlogsjaren. Het gezin telde 6 kinderen. In de hongerwinter werden we de boer opgestuurd om eten te vragen. We maakten ook natuurlijk gebruik van de gaarkeuken. Muizensoep zeiden wij! Mijn ouders hebben ook tijdens de oorlogjaren nog een zus van mijn vader in huis gehad, samen met haar 3 kinderen. Hun vader was overleden. Het was een hele drukte en er was weinig te eten.
Er werd in de buurt veel geschoten, vanwege de V1. Een kogel dwaalde af en raakte door het raam mijn tante aan de borst. Ze was gelukkig alleen licht gewond. Heel veel later vond mijn moeder de kogel terug in een bloempot!!
Mijn oudste broer, toen 16 jaar, kookte op een klein potkacheltje in de achtertuin en bakte ook pannenkoeken van suikerbieten. Bloembollen hebben we ook gegeten. Mijn moeder was een Brabantse, maar vanwege de treinstaking konden we niet meer naar de familie toe. Zij waren al eerder bevrijd en wij kregen nog de hongerwinter! Na de oorlog stuurde de familie uit Brabant ons stukken van het hele varken! Mijn moeder liet het spek roken bij de slager, en maakte balkenbrij en zult. Heerlijk!
Na de oorlog gingen wij, de kinderen, met de boot vanuit Delft via Den Bosch naar Valkenswaard en Heeze om lekker aan te sterken.