Verduisteringslantaarn
Het zal in de winter van 1943-1944 geweest zijn, dat er reeds in de vroege avond lucht-alarm gegeven werd. Mijn vader als hoofd van de bedrijfsbrandweer, spoedde zich naar "de zaak" om met zijn ploeg op alle eventualiteiten voorbereid te zijn en aldus gevaarlijke situaties het hoofd te kunnen bieden. Al snel werd duidelijk, dat het industriegebied van het westen van Rotterdam een te bombarderen doel was. Het lawaai, veroorzaakt door de knallen van het luchtdoelgeschut, de ontploffingen van granaten, de bominslagen en het ratelen van de zware luchtdoelmitrailleurs met de achtergrond het zware, dreunende geluid van de bommenwerpers vormden een angstaanjagende hoorspel. Wij wisten, dat er in de buurt van de fabriek, waar mijn vader zich moest bevinden, bommen gevallen waren en fikse branden waren uitgebroken, want na het ophouden van het oorlogslawaai, keken wij in het donker van de deur in de richting van het industriegebied en zagen vlammen, die zich in de opstijgende rookwolken weerspiegelden. In spanning zaten wij te wachten op het door de sirenes te geven sein "veilig", toen mijn vader plotseling aankwam (hij had immers als brand-weerman "sperzeit" ontheffing!), gekleed in volle uitrusting, met helm op, een rol touw en een bijl aan zijn koppel, laarzen en een nog van het water glimmende brandweerjas aan. Hij had wat vuile strepen op zijn gezicht en hijgde van het zich haasten naar huis. Hij wilde, toen de branden bedwongen waren en alleen nog maar smeulden, zich zelf overtuigen van "hoe het met ons ging". Hij had, omdat wij wegens de verplichte verduistering geen licht (de carbidlamp!) aan mochten hebben, zijn verduisteringslantaarn aangelaten. Hoe bizar het ook klinkt, die verduisteringslantaarn is naast alle andere oorlogsgebeurtenissen en- voorwerpen mij altijd bijgebleven en omdat mijn vader de lantaarn nooit heeft ingeleverd heb ik nu de gelegenheid gekregen het OVMR hiermede te begiftigen.
J.J. van Katwijk
In de winter van 1943-1944 werd luchtalarm gegeven, voor het (vergeten) bombardement. De vader van de schenker moest als blokhoofd bij de vrijwillige brandweer naar de kazerne. Hij gebruikte de daarbij een toegestane verduisteringslantaarn. Na het blussen van de bominslagen ging hij thuis kijken of alles nog goed was. Hij mocht over straat omdat hij sperrzeit ontheffing had.