Verteld Verleden
Ik (Arie de Jong, geboren 7 februari 1919 te Rotterdam) groeide op in de Rusthoflaan van de Rotterdamse wijk Crooswijk. Nieuwbouw in 1924,…uitbreiding van Oud Crooswijk dat grensde aan de Noordboezem, een waterkering voor zeer hoge waterstand. Bij hoge waterstand van de Maas en veel hemelwater stonden de straten in Oud Crooswijk 60 cm onder water. Oud Crooswijk werd bewoond door havenvakwerkers. Een zeer….groepering. Hun kinderen kwamen ook in Nieuw Crooswijk naar de basisschool. In de periode 1925-1931 kregen sommige kinderen nog klompenkaarten(?) en eetzaalbonnen. Op de grens van Oud en Nieuw Crooswijk stond de 1e Ambachtsschool waar ik voor elektrotechnisch instrumentmaker leerde. Mijn eindrapport 4 tienen, 4 negens en 2 achten. Ik kreeg daarvoor van de Vereniging De Ambachtsschool een bijzondere prijs uitgereikt. Van de directeur kreeg ik een schriftelijke aanbeveling voor de Centrale Werkplaats van de PTT die voor de landelijke opleiding van het technisch personeel zorg droeg. Op 1 mei 1934 trad ik daar in dienst. Na 1934 heb ik een opleiding gevolgd van de Academie van Beeldende kunsten en technische wetenschappen te Rotterdam. Ook daar slaagde ik met hoge cijfers: 4 negens en 1 zeven.
De eerste oefening voor Militaire Dienst was in mei 1937. Ik werd opgeleid tot sergeant, aansluitend gevolgd door Bevel Uitwendige Veiligheid en ingedeeld bij de 7e afdeling tegen luchtdoelen in Den Haag. In 1942 tot september 1945 ingedeeld bij de Raad van Verzet te Rotterdam 2e Bataljon, 2e Compagnie. In het begin van de oorlog werkte ik mee aan het distribueren van bonkaarten t.b.v. onderduikers. In 1942 bij mijn toetreden in de Raad van Verzet heb ik deze taak moeten overdragen door de richtlijnen die in het verzet golden om “onzichtbaar” te zijn. Ik was door mijn militaire opleiding plaatsvervangend (?) leider van de groep Crooswijk die was opgericht na het oprollen van de groep Kralingen. Tijdens de verzetsperiode ben ik getraind door Engelse instructeurs in straatgevechten, het opblazen van voertuigen en gebouwen en zelfverdediging in geval van aanhouding. Wij kregen de hoofdopdracht de drinkwatervoorziening van Rotterdam veilig te stellen. Daardoor heb ik schuttersputten in de Nesserdijk gegraven, een noodlegering nabij de dijk ingericht en een vuurplan opgesteld voor als het tot een treffen zou komen. Vanuit een ziekenhuis in Kralingen bouwde ik een nood telefoonnet om zo nodig de onderlinge verbindingen te verzorgen. Als instrumentmaker repareerde ik zo nodig de afgeworpen vuurwapens en verzorgde ik een opslag van deze wapens. Wij trainden in een klooster in de Isaac Hubertusstraat. Ook vermenigvuldigden wij de Handleiding voor saboteurs op A4 formaat zoals deze op A5 formaat werd meegeleverd bij de wapenzendingen. Let wel: er waren toen geen kopieermachines, wij moesten alles op calques (kalkeerpapier) overtekenen en in het zonlicht als blauwdruk verwerken! Escape tijdens grote gezamenlijke oefening in een gymlokaal van de school aan de Hoflaan in Kralingen (Rotterdam) tijdens de Hongerwinter.