Rotterdam 9 Jan. 1940
Beste Arie,
We hebben vanmorgen je kaart ontvangen en zijn blij te vernemen, dat je het nogal goed getroffen hebt. ’t Is altijd prettig, wanneer in je vrije uren in een gezellig verwarmde kamer wat rust kan zoeken of om een of ander epistel te schrijven. En dat het daar meer model gaat, dat is veel beter, Aai.
Tenslotte is het voor jezelf prettiger, anders wordt het maar een sleur en je went zo gauw aan het slordige, dat het daarom dubbel tegenvalt. Het kan veel beter van begin af aan volgens “regel” gaan. Je hebt nu weer een andere omgeving hè, dat doet je ook wel eens goed. Dan kan je nog eens met frisse moed beginnen. Tenslotte komt daar nog het prettige vooruitzicht bij, dat je vorderingen kan maken. Zo alles bij elkaar genomen sta je er niet slecht op Aai. Natuurlijk heb je moeilijkheden te overwinnen en kom je wel een voor onaangename dingen te staan. Maar dat heb je overal, zelfs een schoolmeester heeft met zulke dingen van tijd tot tijd te kampen. Je slingert je er maar zo goed mogelijk doorheen hoor. Volharding en wilskracht en alles komt op zijn pootjes terecht!
Wat is de dooi gauw ingetreden hè? Het schaatsenrijden is voorlopig afgelopen. Gisteren regende het aardig, toen ik naar les ging, terwijl Maart een bezoek bracht aan Leo en Hedwig. Na afloop v/d wiskunde-les ben ik ook naar den zieke geweest. Dat is anders ook een tobberd hoor, een echte ongeluksvogel wat zijn gezondheid betreft. Die is ook met een ongelukkige pik gemaakt. Is het bij jullie ook zo glad Aai. Dat was uitkijken hoor!
Nu het beste en de h.gr. Tot kijk
Maart en Leo
Dit is een brief aan Arie van zijn vrienden Leo en Maartje. Arie is een gemobiliseerde soldaat en Leo is wiskunde leraar.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.