Een begrip dat on losmakelijk met de Tweede Wereldoorlog is verbonden, is de Engelandvaart. De clandestiene tocht vanuit bezet gebied naar Groot-Brittannië met als doel daar dienstbaar te zijn aan de bevrijding van Nederland. De kortste weg was met een schip vanuit een Nederlandse haven. Het merendeel van de Engelandvaarders reisde echter in eerste instantie over land, via Zweden of via Spanje en Portugal. Er was ook een Zwitserse route. Op die weg was de Limburger Toon Bergmans (schuilnaam Tony Hermans) als gidsactief. De Schiedammer Freddy Beukers wil ook naar Engeland en via via komt hij in contact met Bergmans. In een familiehotel bij het Vondelpark in Amsterdam wordt een ontmoeting belegd. Bij deze ontmoeting is, behalve Freddy Beukers en Toon Bergmans, nog een derde man aanwezig: paterJan Dito (voormalig Voorzitter van de KRO), die ook naar Engeland wil.
Er wordt een plan gemaakt. Via Maastricht, Parijs en Belfort zal in het oosten van Frankrijk, bij het dorp Granvilles de grens met Zwitserland worden gepasseerd. Op advies van Bergmans reizen Jan en Freddy van Amsterdam eerst naar Maastricht. Jan Dito krijgt vervalste Duitse papieren die hem een opvallende, maar ook gevaarlijke identiteit verschaffen. Hij wordt Hauptmann van de Sicherheidsdienst. Ook krijgen zij vals geld: Frans, Zwitsers en Spaans, dat zij in hun kleding moeten naaien.
Op 4 mei 1944 om 10.45 vertrekken Jan en Freddy vanuit Maastricht. Ze stappen in op een Wehrmachtstrein, die van Tilsit (Litouwen) naar Brest rijdt. Een hachelijke onderneming natuurlijk, maar het gaat goed. De volgende ochtend arriveren ze in Parijs. Zoals afgesproken met Bergmans nemen de twee hun intrek in Hotel Astor in de Parijse voorstad Surennes. Enkele uren later meldt zich bij de hotelreceptie een nieuwe gast: Toon Bergmans.
Op maandag 8 mei nemen Toon, Jan en Freddy de trein naar Belfort in het oosten van Frankrijk. Daar arriveren zij de volgende ochtend en nemen dan een taxi naar het dorp Granvillars, dichtbij de Frans-Zwitserse grens. Een onherbergzaam gebied waar weinig civiel leven is en nauwelijks hotels. Ze slapen daarom de eerste nacht in een hooischuur. De dag erna krijgen ze van een Franse vrouw de sleutel van een hut diep in de bossen van de Jura. Daar wordt gewacht op een gunstig moment om de grens over te steken.
Dat moment is op vrijdag 12 mei 1944. Het drietal wordt tegen betaling, meegenomen door een groep smokkelaars. Midden in de nacht steekt de groep, bij Saint Dizier de grens over. Klauterend en afdalend in een rotsachtige omgeving, dwars door greppels en prikkeldraad. Uiteindelijk komen zij veilig aan op Zwitsers grondgebied en worden gastvrij ontvangen in een boerderij met de toepasselijke naam Ferme de Paradis. Na op adem te zijn gekomen neemt het drietal de trein naar Genève, waar zij intrek nemenin hotel Savoy.
De komst van het drietal veroorzaakte deining in de Nederlandse gemeenschap in Genève. Men vroeg zich af hoe het mogelijk was dat ze illegaal de grens over waren gestoken en al de volgende middag vrij in Genève rondliepen. De normale gang van zaken in Zwitserland was dat vluchtelingen eerst werden geïnterneerd en vervolgens uitvoerig ondervraagd en doorgelicht op antecedenten.
Eén van de leidende figuren onder de Nederlanders in Genève was dominee Willem Adolf Visser 't Hooft. In opdracht van de Nederlandse regering had hij in Zwitserland een contactcentrum opgericht dat inlichtingen verzamelde over de situatie en gebeurtenissen in bezet Nederland. Visser 't Hooft vertrouwde de drie in Hotel Savoy niet en arrangeerde een gesprek tussen Dito en pater Lodewijk Bleijs, een van de leiders van het Limburgse verzet die na een arrestatie aan de Duitsers was ontsnapt en enige tijd eerder in Zwitserland was aangekomen. Jan Dito bleek inderdaad dé Dito te zijn, de oud-voorzittervande KRO en geen Duits agent.
Freddy Beukers reist nog verder naar Spanje en komt uiteindelijk in Engeland terecht. Daar krijgt hij een mariniersopleiding waarmee hij zich nuttig kan maken. Hoe hij aan het pistool is gekomen is (nog) niet duidelijk, maar aannemelijk is dat hij het van een Duits officier heeft afgepakt.
Walther nr 558692, 6,35 mm kaliber pistool van Engelandvaarder Freddy Beukers. Beukers was als verzetsman in Zuid-Holland betrokken bij het inlichtingenwerk voor de Nederlandse regering in Londen. Hij wist in mei 1944 Engeland te bereiken.