Zondag, 21 Mei 1944

Mijn beste Ans, Vandaag is het precies vijf maanden zonder bijzondere dingen hoop ik toch over een maand thuis te zijn. Dat schiet dus al aardig op, dus nog een klein beetje geduld. Je vijfde brief heb ik nog niet ontvangen, kan die dus niet beantwoorden, jammer. Vorige week ontving ik een briefkaart van Freek. Een aardige verrassing. Doe hem mijn groeten terug. Je vorige brieven heb ik naar ik meen helemaal beantwoord; is die machtiging voor de giro in orde gekomen? Hoe gaat het intussen in Rotterdam! Is met de zaak ook alles nog in orde? Laat de collega’s groeten en wens Deyl beterschap met zijn nieren. Hier gaat alles zijn gewonde gang. Ik ben goed gezond. Je pakketten zijn elke Dinsdagavond weer een aangename verrassing. Kost het niet veel moeite alles bij elkaar te krijgen. Wil je er beslist rekening mee houden, dat de pakketten absoluut niet zwaarder mogen zijn dan 3 Kilo. Wat de inhoud betreft, heb ik op dit ogenblik geen bijzondere wensen. Over die klompsokken schreef ik je reeds. Die pannie van Joke valt er altijd er altijd heel erg in. A.s. Dinsdag merk ik wel, of je mijn vorige brief ontvangen heb aan de inhoud van het pakket. Degenen die je bij de samenstelling ervan helpen, breng je mijn dank wel over hè. Nou Ans, doe alle bekenden de groeten, houd je taai en tot ziens hoor, je Bas.
Mijn liefste Joke, ja nu weer een brief aan jou. De vorige keer was het papier vol, maar nu heeft pappa een stukje een stukje voor jou open gehouden. Hoe gaat het met jou, kleine schat. Slaap jij zo lekker bij Mamma in ’t grote bed. Wat een lekkere pudding heb je Pappa weer gestuurd. En ook die snoepjes mag jij zeker sturen, hè. Daar ben ik erg blij mee. Kan jij al zo goed kralen rijgen, dat je voor Pappa ook een ketting ging maken. Ik kom er gauw naar kijken, hoor. Heb je fijn spoortje wezen rijden, naar Winnie? Een volgende keer gaat Pappa mee hoor. Is dat goed? Dag schat, veel zoentjes van Pappa, Daaag.