Rotterdam 8 Mei 1940
Mijn lieve jongen,
Je brief vanmorgen ontvangen. Ik ken dat gevoel ook of het een eeuw duurt eer je weer wat hoort Aai, dat overkomt me meer dan eens. Maar je had Zaterdag en Maandag een brief van me en ’s Zondags wordt er niet besteld, maar ja het is idee lieverd. Van jou naar mij heeft het langer geduurd van toen ik Donderdag wegging tot Maandagmorgen haast een halve week, dat zijn haast 2 eeuwen Aai.
Fritz Hirsch was mooi en leuk. Natuurlijk had het me gespeten als haren op mijn hoofd, als je zou komen en ik was er niet. Maar als je er was voor ik weg was ging ik niet nogal logisch Arietje. Je weet ik ben zoogoed als nooit ’s avonds weg altijd thuis. Om de uitzondering op den regel te bevestigen, zal ik gelijk melden dat ik vanavond eens op den Math.dijk zal gaan kijken, hoe ze het daar maken.
Je schrijft dat je een stroop hebt als het verlof is ingetrokken, dat is erg zoet Aai, ’t zal wel een strop zijn. En dat is het ook, voor ons allebei jammer jongen. Als de treinen maar rijden Aai, dan is het weer een beetje te verhelpen en een beetje fatsoenlijk weer. Het lijkt ernaar dat het weer een beetje opknapt, hoewel het nog frisch is..
Mol komt juist thuis en die heeft treinen met soldaten gezien dus weer troepenverplaatsingen. Je snapt er geen draad van.
Lieveling ik eindig de groeten van allemaal en tot kijk
En de groeten en veel liefs van
jouw wijffie
Briefwisseling tussen Greetje en haar vriend Arie, een gemobiliseerde soldaat gelegerd in Leiden.
Klik op de knop transcriptie om deze brief te lezen.